Het afspiegelingsbeginsel moet bij elke vorm van bedrijfseconomisch ontslag (reorganisatie) door de werkgever worden toegepast. De afspiegeling is een verplicht voorgeschreven selectiemethode.
Binnen Absolute Advocaten hebben we advocaten die gespecialiseerd zijn in dit onderwerp. Zij kunnen helpen bij het adviseren en opstellen van een afspiegelingsberekening en u bijstaan bij een procedure.
Voor verdere informatie of mogelijkheden kunt u contact op nemen via het nummer 026-3259023.
Dit is sinds 1 maart 2006 de opvolger van het last in, first out-beginsel. Artikel 4:2 lid 1 van het Ontslagbesluit bepaalt:
"Voor zover het bij de te vervallen arbeidsplaatsen om uitwisselbare functies gaat, worden per leeftijdsgroep binnen een categorie uitwisselbare functies van de bedrijfsvestiging de werknemers met het kortste dienstverband het eerst voor ontslag in aanmerking gebracht, waarbij het aantal werknemers dat per leeftijdsgroep voor ontslag in aanmerking wordt gebracht voor zover mogelijk overeenkomt met de onderlinge verhouding van het aantal werknemers in elk van de leeftijdsgroepen binnen de betreffende categorie uitwisselbare functies. De in de eerste volzin bedoelde leeftijdsgroepen zijn de groepen van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 tot 55 jaar en van 55 jaar en ouder."
Het afspiegelingsbeginsel geldt ook voor schoonmaakbedrijven en de uitzendbranche, maar voor deze bedrijfstakken gelden een aantal bijzondere bepalingen.
De werkgever moet voor de afspiegeling alle werknemers die werkzaam zijn in dezelfde functie (of nagenoeg dezelfde functie) indelen in vijf verschillende leeftijdsgroepen: van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 tot 55 jaar en van 55 jaar en ouder. De werkgever moet er vervolgens voor zorgen dat de ontslagen zodanig over de leeftijdsgroepen worden verdeeld dat de leeftijdsopbouw zoveel mogelijk gelijk blijft. Binnen iedere leeftijdsgroep moet de werknemer met het kortste dienstverband eerst ontslagen worden.
Ter illustratie een voorbeeld hoe het berekenen van het afspiegelingsbeginsel werkt. Bij een makelaarskantoor werken 15 makelaars. Door tegenvallende financiële resultaten besluit de manager dat er 4 makelaars ontslagen moeten worden en daarvoor moet het afspiegelingsbeginsel toegepast worden.
Alle 15 makelaars moeten in vijf voorgeschreven leeftijdsgroepen verdeeld worden om de leeftijdsopbouw vast te stellen. In ons voorbeeld is dit als volgt:
leeftijdsgroep | 15-25 | 25-35 | 35-45 | 45-55 | 55 en ouder | totaal |
werknemers | 2 | 3 | 5 | 5 | 0 | 15 |
percentage | 13,33% | 20% | 33,33% | 33,33% | 0% | 100% |
Vervolgens moet de werkgever bepalen hoeveel werknemers per leeftijdsgroep ontslagen moeten worden om deze leeftijdsopbouw in stand te houden. Hiervoor moet het aantal ontslagen vermenigvuldigd worden met het percentage werknemers per leeftijdsgroep. Uitkomsten van 0,50 of hoger worden afgerond naar boven.
leeftijdsgroep | 15-25 | 25-35 | 35-45 | 45-55 | 55 en ouder | totaal |
werknemers | 2 | 3 | 5 | 5 | 0 | 15 |
percentage | 13,33% | 20% | 33,33% | 33,33% | 0% | 100% |
aantal ontslagen | 0,53 | 0,80 | 1,33 | 1,33 |
|
|
afgerond | 1 | 1 | 1 | 1 | 0 | 4 |
In bovenstaande tabel wordt duidelijk dat per leeftijdsgroep één makelaar ontslagen moet worden. Vervolgens wordt het last in, first out-principe toegepast, waarbij per leeftijdsgroep degene met het kortste dienstverband als eerste voor ontslag wordt voorgedragen.
Er moet steeds worden afgespiegeld per uitwisselbare functiegroep. Dit betekent dat de functie-inhoud, vereiste kennis, vaardigheden en vereiste competenties voor de betreffende banen vergelijkbaar en naar niveau en beloning gelijkwaardig zijn. Wanneer een functie door één persoon bekleed wordt (een unieke functie), dan hoeft deze niet afgespiegeld te worden. Hetzelfde geldt bij de opheffing van een volledige functiegroep. In dat geval worden alleen de bedrijfseconomische redenen en de mogelijkheden voor herplaatsing van de betreffende werknemers getoetst.
Voordat de werkgever start met afspiegelen, is hij of zij verplicht eerst de werkzaamheden van uitzendkrachten, gedetacheerde werknemers en eventuele ingeleende werknemers te beëindigen. Vervolgens de werknemers die de AOW-leeftijd hebben bereikt. Daarna oproepkrachten met een nulurencontract en dan werknemers met arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die binnen 26 weken aflopen. Vervolgens komen pas de werknemers die een vast contract hebben voor ontslag in aanmerking en dient er te worden afgespiegeld.
Er kan in een aantal gevallen (bij zwaarwegende redenen) worden afgeweken van het afspiegelingsbeginsel. Dit kan op grond van de hardheidsclausule, bij een aantoonbare onmisbare werknemer en als de werknemer een zwakke arbeidsmarktpositie heeft en dit niet het geval is voor de werknemer die daarna voor ontslag in aanmerking komt. Dit dient altijd adequaat te worden onderbouwd en gemotiveerd.
Met ingang van 1 juli 2015 geldt dat bij collectieve arbeidsovereenkomst (cao) van het afspiegelingsbeginsel kan worden afgeweken. Indien de betreffende werkgever onder deze cao valt, dient hij aldus de regels van de cao te volgen.
Afspiegelen | Afspiegelingsbeginsel | Reorganisatie | Verplichte afspiegeling
Deel deze pagina:
Bedankt voor uw bericht
Uw bericht is naar ons verstuurd. Wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op.
Ons direct spreken?
U kunt ons binnen kantooruren bereiken op 026-325 90 23